Ton praten


Schrijven
  • Probeer een verhaal te maken van de dingen die dagelijks gebeuren en die iedereen kent.
  • Probeer iets heel actueels in de tekst te verwerken (liefst iets van dezelfde dag)
  • Schrijf concreet. Noem namen (van bekende personen), plaatsen etc.
  • Maak het je publiek niet te moeilijk door moeilijke woorden of zware thema’s te gebruiken
  • Zorg voor een kapstok waaraan je je tekst kunt ophangen. Voorbeeld is een tijdslijn (de 1e dag, de 2e dag etc. of een route (van de Kerkstraat, naar de Dorpstraat, naar het Plein etc.)
  • Gebruik geen “schrijftaal” maar “spreektaal”
  • Zorg voor een goed slot, sluit het verhaal mooi rond af en laat het niet doodbloeden.
Grappen
  • De clou van een grap moet liefst in de laatste zin zitten. Het laatste woord is vaak nog beter.
  • Een oude mop in een verhaal kan geen kwaad. Let er wel op dat de mop in het verhaal past en pas hem aan aan de actualiteit.
  • “Lardeer” je verhaal achteraf met taalgrapjes, woordspelingen en actualiteiten

Voordracht
  • Zorg voor een leuke opkomst, dit is ook goed voor het zelfvertrouwen
  • Houvast: 100 woorden in een tekst duren ruim 1 minuut bij een goede uitvoering (dus inclusief lachen en applaus)
  • Blijf in je rol, houd je type vast!
  • Zorg dat je kleding in overeenstemming is met je type, het versterkt dus.
  • Timing is belangrijk. Geef je publiek de kans om te lachen.
  • Spreek rustig en duidelijk, zodat je grappen niet sterven in onverstaanbaarheid.
  • Breng variatie in je houding, intonatie, volume en spreeksnelheid
  • Probeer ad-rem te reageren op de dingen die gebeuren (iets in de zaal, tekst vergeten etc.)
  • Ga niet sneller praten wanneer het publiek even niet lacht, dit gaat ten koste van je volgende grappen (neerwaartse spiraal)
  • Lees niet voor, draag voor.

 

Overige
  • Wees nooit kwetsend voor personen of groepen.
  • Wees niet te negatief, je verliest dan je krediet bij je publiek. Hetzelfde geldt voor agressieviteit.
  • Schrijf en praat zoveel mogelijk in de tegenwoordige tijd.
  • Zorg voor een “klankbord”, iemand met wie je over je buut en je voordracht kunt praten.
  • Zet je tekst duidelijk leesbaar op papier (groot lettertype, witregels, markeren) en zorg ervoor dat je de bladzijden makkelijk kunt omslaan.
Tips Vervolg

Zwak:
  • Cynisme of sarcasme
  • Kwetsen van persoon of geloof
  • Leedvermaak
  • Slecht uitspreken van een dialect
  • Moeilijke (woord-)grappen
  • Te veel attributen meeslepen
  • Oude grappen
  • Grappen los van thema of typetje
  • Proberen om anderen na te doen
  • Onbeschofte tekst of gedrag

Sterk
  • Zelfspot - Niet op de persoon spelen maar op de (publieke) functie
  • Korte en spitsvondige teksten
  • Milde kritiek
  • Buut niet te lang(dradig)
  • Soberheid in gebruik van attributen
  • Nieuwe frisse ideeën
  • Natuurlijke samenhang
  • Originaliteit
  • Fatsoenlijke tekst en gebaren
  • Kracht in de pointe van de tekst
  • Preluderen op thema/type
  • Sterke binnenkomer
  • Goede timing